maandag 13 mei 2013

In Frankrijk, deel 2.

Na de beklimming op woensdag (zie de vorige post) gaan we op Hemelvaartsdag naar Orange. Daar hebben ze een Romeins amfitheater en lekker ijsjes.




En dan gaan Rob, Jeroen en Ans op vrijdag vanaf Sault de berg beklimmen.

Het is mistig op de berg.
Ans is onderweg.
 
Jeroen en Rob ook.
 
En deze keer haalt iedereen de top!

 
Thuis past Tanja op Pelle


en gaan Mark en ik (Ria) Vaison la Romaine bekijken, een eeuwenoud stadje. Ook wij beklimmen een berg, maar dan te voet. Daar hebben we een prachtige uitzicht.

 
 
 
En dan is het tijd om weer naar huis te gaan. Het was een geweldige vakantie. En inmiddels hebben we ook meer dan 600 euro! opgehaald voor de kinderen in Peru.
 
 
 

vrijdag 10 mei 2013

In Frankrijk.

Het is gelukt!! De Mont Ventoux is bedwongen!
Morgen gaan we al weer weg. Hieronder een terugblik op de eerste dagen van onze vakantie.
In de volgende post de rest

De Vaucluse.



Kerkpleintje in Le Crestet, waar we naar toe wandelen.

 
Ontbijtje in de zon op ons terras.



Op weg voor het eerte trainingsrondje.

 

Uitgezwaaid door de thuisploeg.
.
Bij het huisje wordt er gezwommen.
 
Onderweg.

En hier gaat het om.
 
 
Vol goede moed. De mannen voelen zich sterk.
De volgende dag gaan we naar Colorado in de Provence. Gele okerkleurige rotsen die ons deden denken aan Brice Canyon in de VS.
 

 
Lekker rennnen.
 
En dan....breekt de dag van de beklimming aan. Hier de voorbereidingen.
 
De mannen fietsen naar Bedoin en beginnen daar met de klim. 
Mark fietst door het bos ...
 
 
.... en door het maanlandschap.
 
 
Rob ook.
 
De top.
 
Jeoroen, Mark en Rob. De laatste 2 hebben het hele stuk gefietst. Ans bestuurde de bezemwagen.
 
 

maandag 6 mei 2013

Maandag 6 mei 2013

Door Pelle.

Het is heel gek maar de zon schijnt." Ans zij dat er vandaag regen was!"
Dus Ans heeft niet gelijk.(de zon schijnt heerlijk.)
Dat vind ik fijn wand er is:een zwembad&het hek bij het zwembad gaat van zelf open!" Maar dan moet je wel op een knopje drukken.

(Groetjes Pelle)

zondag 28 april 2013

Trainen.

Door Mark.

Dit blog zou eigenlijk gaan over onze trainingsactiviteiten, maar daarover is nog maar weinig geschreven. Als trouwe lezer denk je natuurlijk: ach, met al dat trainen wat die mensen doen, is er natuurlijk geen tijd om te schrijven. Maar helaas, erg veel wegkilometers heb ik er nog niet opzitten ( behoudens de dagelijkse 15 km. woon-werkverkeer). Wel ben ik al sinds oktober bezig met spinning, twee keer per week, in sporthal de Marsch. Verder moet ik het vooral op karakter doen (ik twijfel of dat nou zo'n bemoedigende gedachte is). Een ander ding is natuurlijk mijn fietservaring. Daar noemde ik al iets van in mijn vorige stukje. Maar ik vergat nog het mee ( en uit-) rijden van vijf elfstedentochten in Friesland, een fietstocht met mijn toenmalige vriendin Jette naar Amsterdam, met tussenstop in Zwolle, een tocht met vriend Eduard naar Delden en natuurlijk de door Jeroen al gememoreerde Luik-Bastenaken-Luik, Jan Jansen Classic en Omloop Het Volk. Met al die ervaring moet die Ventoux toch een peuleschilletje zijn? Hmmmm..... Gelukkig heb ik wel veel verstand van mentale training. Visualiseren is daarin heel belangrijk. Bij het lekker onderuitgezakt op de bank zitten, met een grote bak chips onder handbereik, heb ik die Ventoux in gedachten al menigmaal fluitend beklommen. Dus daar kan het zeker niet aan liggen.


Overigens ben ik van mening dat je je natuurlijk wel helemaal suf kunt trainen en dan ook in het echt met de twee figuurlijke vingers in de neus die berg kunt op fietsen, maar wat is dan nog de uitdaging? Mijn matige trainingsarbeid is dus uiteindelijk geen teken van luiheid, maar eerder een uiting van stoere mannelijke vastberadenheid, zelfvertrouwen en een zeer avontuurlijke instelling. Alle twijfel is weg! Sportliefhebber Willem-Alexander zal er trots op zijn. Leve de koning!!

donderdag 18 april 2013

Fietsgeschiedenis.

Door Mark.

Mijn fietscarriere is in 2009 afgesloten met een mooie toertocht ter gelegenheid van de Vueltastart vanaf het TT-circuit in Assen.


Een fietscarriere die begon in de eerste helft van de jaren 70, toen ik regelmatig de voor mijn doen enorme tocht van Groningen naar Zuidlaren ondernam. Daar ging ik dan op bezoek bij een meisje waar ik heftig verliefd op was (uitstekende doping!).
In de tweede helft van de 70's werd ik vooral gestimuleerd door mijn vriend Jur. Eerst met een fietstocht van 60 km naar het zomerhuisje van Jur's ouders in Meppen, Drenthe, later met een echte fietsvakantie naar Denemarken. Dat was geweldig! Het dagelijks fietsen beviel zeer goed en dat op basketballschoenen, in een simpel t-shirt, maar wel in een echte fietsbroek.
Jammergenoeg kwam het in de jaren daarna niet meer echt van lange fietstochten, laat staan van fietsvakanties. Wel kwam er nog een interessante fietsuitdaging voorbij, begin jaren 80: de 24-uurs van Studenten Wielervereniging Tandje Hoger. Jeroen had het jaar daarvoor meegedaan en had na iets van 140 km opgegeven. Dat kon ik natuurlijk beter! Helaas was ik totaal ongetraind en de 24-uurs viel ook nog in de periode van de eindexamenfeesten, waar ik volop aan meedeed. Toch lukte het me om in één etmaal de minimaal vereiste 360 km af te leggen. Vooral met dank aan mijn mederijders die mij min of meer op sleeptouw namen, maar ondanks dat zag ik enorm af.

In 1987 begon een periode waarin ik met mijn toenmalige vriendin Ria (waarmee ik nu alweer 15jaar gelukkig getrouwd ben) bijna elk jaar op fietsvakantie ging. Dat jaar gingen we naar Ierland, later volgden: Nederland, België, Duitsland, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Spanje, Italië, Griekenland, de Verenigde Staten, Canada en Nieuw-Zeeland. We raakten steeds meer gewend aan fietsen, kregen er steeds meer lol in en werden gedurende deze vakanties ook steeds sterker. Daarbij zorgden we voor steeds betere uitrusting, zoals echte fietsschoenen en goede fietsshirts. Ook kochten we betere fietsen: de Giant Expeditions waar we nu nog steeds (20 jaar later) met veel plezier op rijden.

Tijdens de vakanties kwamen we al diverse bergen tegen zoals De Mont Aigoual uit het beroemde boek van Tim Krabbé, De Renner. Maar in 2002 beklom ik dan voor het eerst een echte Tourcol, de Alpe d'Huez en hoewel het me zeker niet gemakkelijk afging, viel het me ook niet tegen.
Enkele jaren later kreeg ik weer een kans om een echte Tourcol te beklimmen. Tijden een fietsvakantie in de Provence hadden we hem al een tijdlang zien liggen: de officiële route liep er om heen, maar samen met een tweetal anderen uit de fietsgroep besloot ik dat die roemruchte Mont Ventoux maar eens beklommen moest worden. Die klim was het zwaarste en meest afmattende dat ik ooit op de fiets heb gedaan. Ik dacht echt dat ik het nooit zou redden, maar was toch ineens boven. Moe, maar zeer voldaan en in de volle overtuiging: dat was eens, maar nooit meer!
Niet lang na deze vakantie werd onze zoon Pelle geboren, zodat we van avontuurlijke fietsvakanties overgingen naar relaxte familievakanties (o.a. op de Berenkuil in Grollo). Tot ik in 2009 mijn racefiets nog eens van de haken in de garage pakte om de eerder genoemde Vuelta toertocht te rijden. Die tocht was prachtig en het gaf ook een kick om op het TT-circuit te rijden, maar ik had ongekend veel moeite met de afstand en besloot dan ook dat dit mijn laatste fietsuitdaging zou zijn.
Tja, het bloed kruipt blijkbaar toch waar het niet gaan kan en net zoals Jeroen mij ruim 30 jaar eerder wist uit te dagen voor de 24-uurs, is hem dat nu weer gelukt voor de Mont Ventoux. Ik zie er letterlijk als een berg tegenop, maar heb er tegelijkertijd ook enorm veel zin in!

zondag 14 april 2013

Gedicht.

Mont Ventoux

Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson nog is overleden.
Onder zo tragiese omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.

Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
Het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend,
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.

Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van wind.


Jan Kal

Uit: Fietsen op de Mont Ventoux, 1974
Uitgever: De Arbeiderspers

zaterdag 13 april 2013

De eerste berg.

Door Jeroen, vervolg op dit verhaal.

Terug naar de vraag; waarom de Mont Ventoux beklimmen? Daarvoor ga ik terug naar de eerste echte berg die ik opfietste. De Ballon D’Alsace. Ook toen, toen ik besloot die op te gaan, had ik geen idee waar ik aan begon. Ik dacht dat ik inmiddels aardig wat wist van omhoog fietsen. Maar een berg bleek nog heel ander bier dan de heuvels van de Ardennen.



De tocht vond plaats vanuit een prachtig wielerhotel/appartement complex in de Vogezen, gevestigd in een oud, pre eerste wereldoorlog, hospitaalcomplex genaamd Le Haute Fourge, absoluut de moeite waard eens uit te proberen als je tochten in die regio wil maken. We zaten daar een week met Ans, mijn broer en zijn vriendin en een paar andere vrienden. Op mijn verjaardag had een deel van ons een stevige rit gepland, waarbij de Ballon het hoogtepunt van de dag moest worden.
 
Het was een lekkere tocht de eerste paar uur. Lekker op en af, soms pittig klimmem en dalen, elkaar een beetje uitdagen wie het hardst naar beneden kon, alles redelijk op het gemak. Vervolgens gingen we-ik was tenslotte jarig- uitgebreid lunchen. Eén van de voordelen van fietsen in Frankrijk is uiteindelijk dat dat op allerhande onverwachte plekken kan. Zo ook enkele kilometers voor de slotklim.


 
Tijdens de eerder genoemde cyclos had ik al geleerd wat de risico’s van te weinig eten tijdens het fietsen zijn. Vandaag leerde ik wat de risico’s van teveel eten behelzen.

Na de lunch reden we in een rustig tempotje op de berg af. Het was mooi te merken hoe we allemaal, omhoog kijkend, langzaam stiller werden naarmate het begin dichterbij kwam. Zo’n berg, dat is toch wel wat.

De eerste kilometers gingen nog prima. Zoals ik gewoon was; lekker af en toe even staan en in een mooi tempo. Na die eerste kilometers- er zullen er nog een stuk of acht a tien te gaan geweest zijn- werd me langzaam duidelijk wat het verschil is tussen een heuvel als de Redoute of de Cauberg en een echte berg. Zo’n heuvel kom je wel op met kracht en een beetje doorbijten. Zo’n berg, dat vraagt iets anders. Ik kreeg last van zwabberende benen, pijn in de buik (het bloed wou in verband met die lunch twee kanten tegelijk op, denk ik) en diepe moedeloosheid. Om een verhaal dat eindeloos voelde kort te maken; ik besloot dat het niet voor vandaag zou zijn. En eerlijk gezegd dacht ik op dat moment dat ik helemaal niet geschikt was om bergen te beklimmen op de fiets en dat dat me nooit zou lukken. Ik gaf op. Aan de kant gezeten onderdrukte ik lichte braakneigingen en belde de bezemwagen. Ans, die de functie van chauffeur op zich had genomen bij voorkomende pech of andere problemen, beloofde me op te komen pikken. Ze was wel bezig met boodschappen doen, dus het kon even duren.
Ik vond het best. Ik zat, kwam en klein beetje bij en ik wachtte.

Uiteindelijk werd mijn dag gered door een vlieg. Een verrekt irritante vlieg die waarschijnlijk op mijn zweet af kwam en die zich niet liet verjagen. Ik kan helemaal gek worden van die beesten. Na een tijdje begonnen er bovendien soortgenoten bij te komen.
Daarom besloot ik maar weer op de fiets te stappen. Niet om de top te bereiken maar om aan die vlieg te ontkomen. Gewoon rustig fietsen, een klein stukje, tot de bezemwagen kwam.

Nu ja, je begrijpt het al; gewoon rustig fietsen, de blik niet te ver naar voren gericht maar altijd alleen maar tot de volgende bocht. Zwaar, dat wel, maar niet geforceerd. Uiteindelijk kom je in een ritme waarin het je niet meer uitmaakt wat er straks gebeurd of wat er zonet gebeurd is. Je fietst. Nergens kun je dat gevoel beter bereiken dan op een berg, is mijn ervaring van toen en daarna. En uiteindelijk, tot mijn verwondering, was ik zomaar op de top.
 
 

Sinds die dag wil ik bergen rijden. Al komt het er veel te weinig van. En als je het hebt over bergen rijden dan blijft de Ventoux langskomen. Iedereen kent hem, iedereen heeft het erover. Elke keer als je er op vakantie langs rijdt zie je die kenmerkende kale kop weer. Eerst dacht ik; cliché, iedereen fietst de Ventoux op, kies een andere berg. Later dacht ik; misschien heeft iedereen wel gelijk. Zo wordt je, voor je vijftigste, conformist. En soms is dat best een goed idee.
Dus daarom de Ventoux. Waarom Los Cachorros; dat komt de volgende keer.